Limiet op de leerstoel?

‘Een aanstelling voor het leven is wel erg lang.’
‘Een gelimiteerde functieduur lijkt me een goed idee, vooral om machtsmisbruik te voorkomen.’ Illustratie Valerie Geelen

Limiteer de functieduur van leerstoelhouders, net zoals die van directeuren van kenniseenheden en bestuursleden bij WUR. Dat balletje gooide scheidend ombudspersoon Jacqueline Schoone op in haar laatste jaarverslag. Goed idee of onzalig plan?

De ‘functieverblijftijd’ van Wageningse leerstoelhouders kan heel erg lang zijn, viel Schoone op. De achtergrond daarvan van begrijpt ze wel. ‘Anders dan op veel andere universiteiten is leerstoelhouder in Wageningen een serieuze functie, en geen ‘corvee’. Leerstoelhouders kunnen wetenschappelijk gezien echt een stempel drukken op hun groep. Nadeel is dat mensen zo’n invloedrijke, prestigieuze functie niet snel willen afgeven, ook niet als daar eigenlijk wel reden toe is.’

Door de bank genomen ervaren leerstoelhouders een stap opzij als een stap terug, signaleert Schoone. ‘Demotie heeft nog altijd een negatieve connotatie.’ En dus blijven ze vaak lang zitten – de meesten althans. Als ombudspersoon is ze kritisch over dat plucheplakken, met name bij leerstoelhouders ‘van wie de houdbaarheidsdatum is verstreken’. En eigenlijk moet er in het licht van noodzakelijke vernieuwing binnen de groepen sowieso regelmatig vers bloed op de leerstoel komen, vindt ze. Hoe zien de Wageningse (ex-)leerstoelhouders dat zelf?


‘Opzij stappen schept vrijheid voor de geest’

Marten Scheffer droeg in 2018 de leerstoel Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer op eigen initiatief over aan Bart Koelmans en richt zich sindsdien vanuit de erefunctie distinguished professor weer op wetenschap.

‘Zo’n gelimiteerde functieduur lijkt me een goed idee, vooral om het risico van machtsmisbruik te vermijden. Meestal gaat het heel goed met leerstoelhouders. Maar soms niet, en dan is het moeilijk een ‘tirannetje’ weg te krijgen. En dat gebeurt dan sowieso pas nadat veel schade is aangericht. Vijf jaar lijkt me een passende termijn voor een leerstoelhouder, die in mijn optiek niet per se hoogleraar hoeft te zijn. Rouleer gewoon de functie van coördinator, waarbij je dan logischerwijs met een breder leiderschapsteam permanent de taken en visie deelt. Dat bevordert de kwaliteit, flexibiliteit en continuïteit.

‘Ik heb er nooit spijt van gehad dat ik Bart heb gevraagd om het officiële leerstoelhouderschap over te nemen. Feitelijk vulden we dat al twintig jaar samen in, met Bart in de rol van ‘rechterhand’.  We hadden een gedeeld ideaal van hoe je een groep moet faciliteren, op een manier waardoor iedereen zich gewaardeerd voelt, en vulden elkaar goed aan. Sociaal en wetenschappelijk werd de groep een prachtige bubbel; iets waar we enorm trots op zijn. We hebben zorgvuldig afgetast of iedereen in onze groep onze wissel ook echt steunde en hebben daar zo’n twee jaar de tijd voor genomen. Ook is Bart door een commissie nog getoetst op ‘professorabiliteit’. Het loopt nog steeds geweldig. Mij geeft het veel rust om de verantwoordelijkheid niet meer te hebben, en dat schept vrijheid voor de geest om nog dieper de wetenschap in te duiken.’


‘Limiet op zittingstermijn kan overstap belemmeren’

Bregje Wertheim is sinds 1 september leerstoelhouder van het Laboratorium voor Entomologie en daarmee de opvolger van Marcel Dicke, die eind 2024 met emeritaat gaat. Ze komt van de Rijksuniversiteit Groningen, waar ze met een Rosalind Franklin Fellowship haar eigen onderzoeksgroep opzette.

‘Mijn eerste reactie is dat zo’n gelimiteerde zittingstermijn behoorlijk grof geschut is voor iets wat met meer precisie aangepakt zou moeten worden. Als iemand niet goed functioneert, dan moet daar specifiek actie op ondernomen worden. Wat ook meespeelt, is dat zo’n gelimiteerde zittingstermijn best een drempel kan vormen om de functie van leerstoelhouder te accepteren. De tijd die je als leerstoelhouder spendeert aan management en coaching, gaat immers onherroepelijk ten koste van je onderzoekstijd. Dat heeft impact op je kansen om na zo’n functie nog competitief te zijn voor pure onderzoeksbanen of persoonlijke beurzen.

‘Ik zie meer heil in de optie om leerstoelhouders de ruimte te geven om, met behoud van persoonlijk hoogleraarschap, het leerstoelstokje over te dragen aan iemand anders. Dat geeft mensen de ruimte om opzij te stappen als zijzelf of de leerstoelgroep daar behoefte aan hebben. Zo’n aanpak kan de overdracht naar de nieuwe leerstoelhouder ook versoepelen. Ik zit nu zelf in een ‘dakpanconstructie’ met de vorige leerstoelhouder en heb hier veel baat bij en plezier van.
‘Voor mij was een gelimiteerde zittingstermijn misschien wel een belemmering geweest om naar WUR over te stappen, ja. In Groningen had ik een hele fijne positie als hoogleraar, waar ik mijn onderzoek en onderwijs goed vorm kon geven. Het was geen makkelijke keuze om die op te geven.’


‘Risico dat persoonlijke voorkeuren en bias langdurig leidend zijn’

Rens Vliegenthart vertelde Resource eerder dat hij er bij zijn overstap van de UvA naar WUR niet mee had gezeten als niet hij, maar persoonlijk hoogleraar Sanne Kruikemeier hoofd was geworden van de leerstoel Strategische Communicatie.

‘Ik denk dat het een leerstoelgroep ten goede komt als leerstoelhouder een roulerende functie is. Een termijn van een jaar of vier à vijf, met de mogelijkheid één keer te verlengen en enige flexibiliteit, lijkt me passend. En zorg daarnaast dat de typische leerstoelhouderstaken gemakkelijker gedeeld kunnen worden binnen de groep – een vorm van shared leadership. Denk aan HR-gerelateerde aangelegenheden, overleggen op sectie- en departementsniveau, financiële zaken en zo nog honderd dingen die nu op het bordje van de leerstoelhouder liggen. Dan bied je ook meer mensen de mogelijkheid zich te ontwikkelen op het gebied van leiderschap.

‘Het Wageningse leerstoelsysteem heeft zeker voordelen: groepen hebben veel autonomie en als leerstoelhouder kun je een scherpe focus aanbrengen. Tegelijkertijd vind ik de verschillen tussen leerstoelhouders en persoonlijk hoogleraren nu te groot. Met hun grote formele beslissingsmacht bestaat het risico dat persoonlijke voorkeuren en bias van de leerstoelhouder langdurig leidend zijn bij voor de groep cruciale beslissingen. Ook kan de leerstoelhouder wel heel dominant zijn in beslissingen over de persoonlijke ontwikkeling van leden van de groep. De organisatie mag in mijn optiek meer egalitair. Wat mij betreft geef je een leerstoel gezamenlijk vorm, met ook een centrale rol voor persoonlijke hoogleraren en andere groepsleden die daar geschikt voor zijn.’


‘Een voetstuk is niet altijd even goed voor karakter en gedrag’

Ellen Kampman, staat als 62-jarige bewust stil bij het langetermijnperspectief van haar leerstoelgroep Voeding & Ziekte, en kaart dat ook regelmatig aan in de groep.

‘Voor mij was de stap naar het leerstoelhouderschap een hele bewuste. Niet vanwege het prestige, integendeel. Persoonlijk hoogleraar vind ik meer een ego-functie. Ik hoef niet meer zo nodig laatste auteur te zijn, of grants op mijn naam aan te vragen. Als leerstoelhouder werk ik coachender en op een breder terrein: waar willen we met de groep naartoe, hoe kan ik zorgen dat iedereen groeit?

‘Als leerstoelhouder word je nu voor het leven aangesteld. Dat kan een hele lange tijd zijn. Eigenlijk zou er minstens elke vijf jaar een formele evaluatie moeten zijn waarbij de groep – anoniem – mee-evalueert, waarop eventueel een volgende termijn volgt. Voor de grote ego’s onder de leerstoelhouders zou het ook goed zijn om eens te horen hoe men écht over je denkt. Het zijn er gelukkig niet veel, maar er zitten wel een paar dictatortjes tussen, hoor. Als je mensen op een voetstuk zet, is dat niet altijd even goed voor hun karakter en gedrag.
‘Afhankelijk van de grootte van een leerstoelgroep en de samenstelling van de staf zie ik een soort management team met een roulerende voorzitter ook wel zitten. Misschien houdt dat iedereen scherper.

‘Ik zit er nu zo’n tien jaar. Natuurlijk vraag ik me weleens af of ik het nog goed doe; of er misschien nieuw bloed aan het roer moet. Dat bespreek ik ook openlijk met de groep. Ik wil best opzij stappen als de tijd daar is, al zie ik nog niet zo voor me hoe ik mijn loopbaan goed zou kunnen voortzetten. Voor een persoonlijk hoogleraarschap ben ik inmiddels te veel ‘uit’ mijn vakgebied. Maar er zijn vast nog andere nuttige dingen te doen.’

Binnenkort meer duidelijkheid?
De suggestie om de zittingsduur van leerstoelhouders te beperken, is niet nieuw. Het komt bijvoorbeeld ook aan bod in het meest recente leerstoelenplan dat Resource kon vinden (2019 – 2022). Navraag bij de raad van bestuur leert dat een nieuw leerstoelenplan in de maak is; het ligt ter advies bij de medezeggenschapsraad. Woordvoerder Vincent Koperdraat wil niet zeggen of daarin ook de zittingstermijn van leerstoelhouders aan bod komt. ‘Het is niet chique om daar al iets over te zeggen terwijl het stuk nog bij de medezeggenschap ligt.’

Afgaand op het vorige leerstoelenplan lijkt dat wel aannemelijk. Daarin staat namelijk de constatering dat leerstoelhouders, met hun benoeming voor onbepaalde tijd, meestal lang in deze functie blijven – en dat die lange duur ‘niet noodzakelijkerwijs aansluit op de behoeften en wensen van de leerstoelhouder zelf, noch van die van de organisatie’. Het stuk beschrijft een aantal alternatieven, zoals een benoeming voor maximaal vijf jaar of de optie om terugtredende leerstoelhouders te faciliteren om bij hun groep aan te blijven als persoonlijk hoogleraar. Maar, zo valt te lezen: ‘Deze verschillende scenario’s roepen vragen op over aantrekkelijkheid (van de functie, red.), salarisonderscheid tussen leerstoelhouders en persoonlijke leerstoelen, verdeling van verantwoordelijkheden enzovoort.’ Het leerstoelenplan kondigt daarom aan dat de betreffende planperiode (2019-2022) zal worden gebruikt ‘om de verschillende opties te onderzoeken en een besluit te nemen over het voorkeursmodel’.

Leerstoelen vormen min of meer de wetenschappelijke ruggengraat van WUR. Het leerstoelenplan, dat om de paar jaar wordt herzien, beschrijft de leeropdrachten van de leerstoelen. Zo’n plan wordt vastgesteld volgens formele procedures: de raad van bestuur beslist erover, op basis van aanbevelingen van de rector magnificus.

Wageningse leerstoelen & hoogleraren (per 1 september 2024)
Leerstoelgroepen 95
Leerstoelhouders 88 (en 7 vacatures)
Persoonlijk hoogleraren 89
Bijzonder & buitengewoon hoogleraren 47
Distinguished professors 1

Een leerstoelhouder is de hoogleraar die wetenschappelijke en organisatorische eindverantwoordelijkheid draagt voor een leerstoelgroep. De benoeming is (nog) voor het leven. Naast de leerstoelhouder kunnen (een of meerdere) persoonlijk hoogleraren zijn verbonden aan een leerstoelgroep. Deze hoogleraren hebben hun eigen onderzoeksterrein en -team en hun aanstelling wordt elke vijf jaar geëvalueerd. Bijzonder of buitengewoon hoogleraren zijn tijdelijke hoogleraarschappen (doorgaans maximaal 5 jaar en parttime: 1 dag per week) die door externe partijen worden gefinancierd. Tot slot kent WUR  distinguished professors, met een aanstelling voor maximaal 7 jaar. Dat is een eretitel voor excellente hoogleraren die veel prestige, projecten, prijzen en onderzoeksgeld voor WUR hebben binnengehaald. Bijzondere voorwaarde is dat WUR er hooguit vijf mag hebben. Marten Scheffer is momenteel de enige.

Op de hoogleraren-pagina van wur.nl is meer te vinden over de samenstelling van en het beleid rond het Wageningse hooglerarencorps – en hoe je het tot daar schopt.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.