We worden deze zomer overladen met sport. Het EK voetbal en de Tour de France zijn net afgelopen en de olympische spelen beginnen eind deze week. Hoe beïnvloedt dit onze eigen sportplannen? Laten we ons beïnvloeden door de atleten?
Universitair hoofddocent Sophie Boerman (Strategische Communicatie) bestudeert de invloed van digitale communicatie op wat mensen denken, vinden en doen. Ze onderzoekt onder meer de rol van sociale media en influencers in gezond en duurzaam gedrag. ‘We weten dat influencers veel invloed op ons hebben omdat we ze vertrouwen, geloofwaardig vinden en een band met ze opbouwen door ze te volgen. Professionele sporters zijn vaak onbewust ook influencer. Mensen willen zoals die influencers zijn en gaan hun gedrag nadoen, bijvoorbeeld door producten te kopen die ze aanprijzen, of door te eten en sporten zoals zij dat doen’, licht Boerman toe.
Uiterlijk vertoon
Eind vorig jaar was de zogenoemde fitfluencer – een fitness influencer – onderwerp van Boermans onderzoek. Ze onderzocht de invloed van verschillende afbeeldingen en fotobijschriften van deze online persoonlijkheden op de sportintentie van vrouwen, en of zij zich door die content onzeker voelen. Daarvoor deed ze twee steekproeven; de een met vrouwelijke lezers van het tijdschrift Glamour en de ander met vrouwen van de Universiteit van Amsterdam. Ze liet hen verschillende afbeeldingen zien die meer of minder gericht waren op uiterlijk vertoon, met onderschriften die gefocust waren op uiterlijk, gezondheid of gemoedstoestand. Boerman: ‘Eerder onderzoek toonde aan dat veel fitfluencer-content erg gericht is op uiterlijk. Die focus en plaatjes van heel fitte, dunne lichamen kan ervoor zorgen dat mensen zich juist meer ontevreden voelen over hun eigen lichaam.’
Wat topsporters laten zien, is lang niet voor iedereen haalbaar. Dat maakt het moeilijker voor ons om met ze te identificeren. Maar sommige topsporters zijn gewoon goed in het maken van content die mensen leuk vinden.
Uit de resultaten bleek inderdaad dat in beide steekproeven vrouwen die een uiterlijkgerichte afbeelding hadden gezien de laagste sportintentie hadden. Verder toonden de resultaten aan dat vrouwen zich onzeker kunnen voelen door zulke uiterlijkgerichte afbeeldingen en dat een fotobijschrift dat bijvoorbeeld meer gericht is op gezondheid deze effecten niet verzacht. ‘Deze bevindingen suggereren dat uiterlijkgerichte fitfluencer Instagram-afbeeldingen de minst gewenste effecten hebben op sportintentie, zelfs als ze samengaan met een bijschrift dat de gezondheids- of gemoedstoestandsvoordelen van sporten benadrukt’, aldus Boerman.
Rolmodellen in topsport
Hoe is deze kennis toe te passen op de sportcontent die we deze zomer te zien krijgen? ‘Wat olympische sporters en andere topatleten laten zien, is lang niet voor iedereen haalbaar. Dat maakt het moeilijker voor ons om met ze te identificeren. Het is bovendien lastiger om hun gedrag daadwerkelijk na te doen’, zegt Boerman.
Boerman: ‘Ze zijn dus over het algemeen niet per se influencers, maar bijna alle sporters zijn wel een rolmodel. Zij doen iets waar mensen tegenop kijken en wat we graag volgen. Voor veel sporters zijn de olympische spelen het hoogst haalbare, maar ook voor bezoeker en thuisblijvers heeft het iets magisch, juist omdat het voor velen niet haalbaar is.’
Laat vooral zien dat het niveau van de sporters niet haalbaar is voor velen, maar dat de sport zelf wel heel leuk is. Dan willen mensen het wellicht eens proberen.
Dat we ons moeilijker met een topatleet kunnen identificeren betekent overigens niet dat een topatleet per definitie geen influencer is of kan zijn. Er zijn genoeg voorbeelden te bedenken van topsporters die heel veel volgers hebben op sociale media. Boerman: ‘De combinatie van topsport en influencen is zeker mogelijk. Sommige topsporters zijn goed in het maken van content die mensen leuk vinden. Bovendien zijn het charismatische supersterren. Die trekken vanzelf fans en volgers aan, maar de een doet daar meer mee dan de ander.’
Uitproberen
Olympische atleten kunnen dus wel mensen een bepaalde sport laten zien, hen daarin introduceren en daarmee interesse wekken. Daar ligt een kans voor organisaties zoals sportkoepel NOC*NSF, denkt ook Boerman. ‘Maar benadruk sowieso niet de uiterlijkgerichte resultaten of het uiterlijk van de atleten. Dat kan juist demotiverend werken en negatieve gevolgen hebben voor hoe mensen over hun lichaam of sporten denken. Laat vooral zien dat het niveau van de sporters niet haalbaar is voor velen, maar dat de sport zelf wel heel leuk is. Dan willen mensen het wellicht eens proberen.’