Postdoc Senna Middelveld sprak met groepen burgers over hoe zij denken over verschillende toepassingen van gene editing (het moedwillig aanpassen van het DNA) bij vee. Die gesprekken moeten leiden tot een ethisch beoordelingskader voor fokkerijbedrijven. Zo’n kader kan de huidige technische risicoanalyses goed aanvullen, denkt Middelveld.
Middelveld sprak vijf groepen van acht mensen over gene editing en liet op posters verschillende toepassingen in verschillende vakgebieden zien. Die beelden riepen bij burgers allerlei associaties op, zoals met pesticiden, het uitbannen van ziekten, eugenetica, Monsanto (de producent van het verdelgingsmiddel Roundup), de ‘perfecte’ wereld, economische ongelijkheid, gezondheid en klimaatverandering. ‘Vaak zien burgers zowel positieve als negatieve aspecten. Ze kaarten verschillende normen en waarden aan zodra ze nadenken over de toekomst van een nieuwe technologie en de mogelijke gevolgen daarvan.’ Middelveld sprak ook met fokkerijbedrijven en wetenschappers die werken met de technologie.
Natuurlijkheid
Met deze input werkt ze aan een ethisch raamwerk dat waarden in kaart brengt waarmee de bedrijven verantwoord gebruik van gentechnologie kunnen toetsen. Ten eerste wil ze de impact van de genetische ingreep op het dier toetsen, bijvoorbeeld de impact op het welzijn en de natuurlijkheid van het dier.
Ten tweede wil ze toetsen of het doel – ziekten voorkomen, welzijn verhogen of beter tegen droogte kunnen – het middel heiligt en of dat doel ook op andere wijze is te realiseren. En ten derde wil ze toetsen of de technologie op transparante en verantwoorde manier in praktijk wordt gebracht.
Hoornloze koe
‘Tot nu toe is er veel discussie over gene editing bij planten, maar niet bij dieren’, zegt Middelveld. ‘Door CRISPR/Cas ontstaan nieuwe mogelijkheden. Je kunt een hoornloze koe fokken door één gen uit te schakelen, je kunt varkens fokken die resistent zijn tegen het PRRS-virus, je kunt misschien een stikstof-arme koe fokken. Willen we dat als samenleving? Nu beoordelen we vaak alleen de technische haalbaarheid en praten we in termen van risico’s. Het is belangrijk om de maatschappelijke kant beter in kaart te brengen, anders kunnen nieuwe controverses over technologie zich snel ontwikkelen.’
Middelveld is postdoc bij de leerstoelgroep Kennis, Technologie en Innovatie van WUR en werkt in het onderzoek samen met de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht en Breed4Food, de samenwerking van WUR met vier fokkerijbedrijven. Het onderzoek is gefinancierd door NWO.