Een mislukte proef, een afgewezen artikel: in de wetenschap wordt het al gauw bestempeld als falen. En erover praten? Dacht het niet. In deze rubriek doen collega’s dat wel. Want falen is nuttig. Dit keer Guido Bosch, universitair docent bij Diervoeding.
‘Toen ik tijdens mijn promotieonderzoek begon met studenten begeleiden bij hun masterthesis, stak ik er heel veel tijd in. Ik plande een uur per week overleg met iedere student, stuurde uitgebreide feedback op hun werk en regelde de logistiek rondom experimenten. Mijn goedbedoelde feedback was soms zo uitgebreid, dat studenten wel eens in huilen uitbarstten. Deze manier van begeleiden was niet houdbaar; ik kreeg het veel te druk.
‘Ik moest mezelf gaan bijsturen. Ik wilde weten hoe druk ik maximaal zou kunnen zijn om zo mezelf te dwingen efficiënter te gaan werken. Op een gegeven moment begeleidde ik zestien thesisstudenten tegelijk. Dat kostte me misschien wel twintig uur per week. Het was hectisch, maar ik had me erop voorbereid. Omdat ik de studenten meer eigen verantwoordelijkheid wilde geven, verdeelde ik de overleggen niet meer over vijf dagen, maar plande ik ze in halve uurtjes achter elkaar op maandag en dinsdag. Zo zag de ene student de volgende al staan en leerden ze efficiënter omgaan met het gesprek.
Mijn goedbedoelde feedback was soms zo uitgebreid, dat studenten wel eens in huilen uitbarstten
Gaandeweg ging ik meer vragen stellen in plaats van zelf antwoorden geven. Ik beperkte geschreven feedback en gebruikte voorbeelden die studenten zelf konden gaan toepassen.
‘Mijn studenten werden zelfredzamer. Ze voelden zich meer verantwoordelijk voor hun eigen onderzoek en waren trotser op de resultaten. Ze kwamen met agendapunten naar ons overleg. Hun thesis voelde meer als onderzoek dat ze zelf hadden gedaan, niet zoals hun begeleider het precies had verteld.
‘Mijn functie als begeleider heeft me ook scherper gemaakt als onderzoeker. Ik let meer op hoofdlijnen, kom sneller tot de kern. Dat helpt als ik zelf een artikel schrijf. En het heeft me geleerd om grenzen en prioriteiten te stellen. Voorheen werkte ik vaker in de avond door. Ik ben nu meer coachend in mijn rol als begeleider. In zeker opzicht ben ik luier geworden, haha.’