Stellingen zorgen voor ‘onnodige stress’

De laatste loodjes voor promovendi wegen zwaar.
Pedel, promovendus en paranimfen lopen een trap op Promovendus op weg naar de verdediging van het proefschrift in Omnia. Vooraan de pedel, achter de promovendus de paranimfen. Iedere promovendus moet verplicht stellingen in het proefschrift opnemen over maatschappelijke relevante thema’s. Daar is niet iedereen blij mee. Foto Guy Ackermans

Elk jaar promoveren er zo’n 350 studenten aan WUR. Om te kunnen promoveren moeten promovendi zes tot acht stellingen indienen samen met hun proefschrift. Het voldoen aan de strenge eisen voor die stellingen is soms frustrerend.

Tekst Ning Fan

Daniel Moñino López behaalde vorig jaar zijn doctorsgraad. Hoewel zijn proefschrift direct werd goedgekeurd, werden zijn stellingen (zie kader) vier keer afgewezen. ‘Het was frustrerend om mijn stellingen steeds aan te moeten passen en toen ze eindelijk goedgekeurd werden, was dat een enorme opluchting. Ik moest een stelling over duurzaamheid vervangen omdat het te dicht raakte aan het onderwerp van mijn onderzoek. Daarnaast moest ik een stelling die ik zelf belangrijk vond, laten vallen omdat die als ‘niet origineel’ werd bestempeld omdat iemand anders dezelfde stelling al eens had geponeerd. Ik zie stellingen als ideeën die zijn ontstaan tijdens vier jaar hard werken en die daardoor integraal onderdeel zijn van je promotieverslag. Zou je dan niet de vrijheid moeten hebben om je mening te uiten? Ik vind de criteria beperkend. Na verschillende rondes aan revisies voelen de stellingen niet langer ‘eigen’.’  

Ben Auxier, die promoveerde in april, vindt het verwarrend dat er ook stellingen geformuleerd moeten worden die losstaan van het onderzoeksgebied. ‘Ik vind het prima om promovendi te vragen hun gedachten te delen over bredere onderwerpen, maar het zou geen verplichting moeten zijn. Ik ken collega’s die stellingen hebben ingediend waarvan ze zelf niet overtuigd zijn of over onderwerpen waar ze geen verstand van hebben alleen om aan de eisen te voldoen. Mijn oorspronkelijke stelling luidde: ‘Deze eis is gênant’. Maar die werd afgewezen.’

Stellingen formuleren zou geen verplichting moeten zijn

Juli Miltenburg is 25 juni gepromoveerd en is vooral kritisch over de stellingen tijdens de verdediging. ‘Ik vind dat een verdediging, die maar 45 minuten duurt, zou moeten gaan over het onderzoek waar de promovendus vier jaar aan gewerkt heeft. Maar een aanzienlijk deel van de verdediging wordt besteed aan het bediscussiëren van stellingen, waarvan de meeste niets met het promotieonderzoek te maken hebben. Ik vind wel dat je als onderzoeker verder moet kunnen kijken dan je eigen onderzoek en vakgebied; maar ik denk dat een verdediging daar niet de juiste plek voor is.’ Het maken van de stellingen zelf zorgt volgens Miltenburg soms voor onnodige stress. ‘Mijn stellingen zijn ook meerdere keren afgewezen, meestal om kleine dingetjes, maar dat zorgt wel voor extra werk stress.

Basisfilosofie

Behoorlijk wat promovendi hebben klachten over de eisen waaraan stellingen moeten voldoen opgenomen in hun stellingen. Claudius van de Vijver, hoofd van het PhD-programma bij de PE&RC Graduate School en degene die de criteria voor het college van promoties op een rij heeft gezet, weet ervan. ‘Stellingen vinden hun oorsprong in het oude Griekenland, toen wetenschap primair mondeling gecommuniceerd en bediscussieerd werd. Sindsdien hebben stellingen altijd een plaats gehad. Tot zo’n 150 jaar geleden bestond een doctoraal proefschrift louter uit een lijst stellingen die de kandidaat moest verdedigen om te kunnen promoveren. Hoewel het systeem veranderd is, zijn de stellingen bij veel universiteiten nog steeds een essentieel onderdeel van het promotietraject.’ Bij WUR gaan de stellingen over drie categorieën: aan het promotieonderwerp gerelateerde stellingen, stellingen over wetenschap in het algemeen en stellingen over maatschappelijk relevante onderwerpen. ‘Dit sluit aan bij de basisfilosofie van WUR, kennis en inzicht hebben in fundamentele vraagstukken, wetenschap in het algemeen en in de maatschappij. Wetenschappers moeten voorbij hun specifieke vakgebied kunnen denken.’

Omarmen

‘We hebben geen database van eerder gepubliceerde stellingen’, zegt Van de Vijver over hoe beoordelaars kunnen vaststellen of een stelling ‘origineel’ is. ‘Je kan googelen om te zien of een soortgelijke stelling al eens is gebruikt. Het is net als wanneer je een onderzoeksverslag inlevert. Je kan er jaren aan hebben gewerkt, maar als iemand een soortgelijk onderzoek publiceert vlak voordat jij dat wilt doen, kun je jouw paper ook niet meer publiceren.’ Ook bij het publiceren van een stelling is een parallel te trekken met het publiceren van een wetenschappelijk artikel. De meningen van de beoordelaars kunnen uiteenlopen, maar om te bepalen of een stelling kan worden geaccepteerd, moet de stelling wel aan eisen voldoen. Deze zijn niet opgesteld door Wageningen Universiteit maar komen voort uit de geschiedenis en traditie van stellingen. Van een promovendus wordt verwacht dat die beschikt over communicatievaardigheden die gebaseerd zijn op logisch en empirisch denken.

Wetenschappers moeten voorbij hun vakgebied kunnen denken

‘Dat promovendi worstelen hun stellingen geaccepteerd te krijgen, komt volgens mij vaak omdat ze er te laat aan beginnen. Een goede stelling formuleer je niet in een weekend. Je begint met een idee, vraagt vrienden en collega’s om feedback, waarna je de stelling herhaaldelijk aanscherpt tot deze voor iedereen logisch is’, aldus Van de Vijver. ‘Het formuleren van stelling is een waardevol onderdeel van je wetenschappelijke ontwikkeling. Zie het niet als een formaliteit maar omarm het proactief.’

Stellingen
Promovendi in Wageningen moeten zes tot acht stellingen formuleren. Twee hiervan zijn gerelateerd aan hun promotieonderwerp, twee tot vier moeten gaan over de wetenschap in het algemeen en twee moeten verband houden met maatschappelijk relevante thema’s. Elke stelling moet aan verscheidene criteria voldoen. Zo moeten de stellingen origineel zijn, beantwoord kunnen worden met ‘waar’ of ‘niet waar’, absoluut geformuleerd zijn en mogen zij niet de woorden ‘moet’ of ‘kan’ bevatten.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.