De code is opgesteld door de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV), een samenwerkingsverband van studentenverenigingen door heel Nederland. Het document moet onder meer (seksueel) overschrijdend gedrag, extreem middelengebruik en agressie tegengaan. Tegelijkertijd moet de code het unieke karakter van de Nederlandse verenigingscultuur beschermen, vertelt Christel Konings van de Wageningse Kamer van Verenigingen (WKvV). ‘Maar wel op een manier die veilig is voor iedereen.’
Op 18 juni werd de gedragscode ondertekend door vertegenwoordigers van de deelnemende verenigingen in het Academiegebouw in Utrecht. Dat gebeurde onder het toeziend oog van demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf en regeringscommissaris Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag Mariëtte Hamer. De Wageningse verenigingen die de gedragscode hebben ondertekend zijn SSR-W, KSV Franciscus, WSV Ceres en Nji-Sri.
‘In de gedragscode staan afspraken over seksueel grensoverschrijdend gedrag en middelengebruik, maar bijvoorbeeld ook over het welzijn van de leden en duurzaamheid’, vertelt Konings. ‘Werkgroepen met leden van verenigingen uit heel Nederland zijn bij elkaar gekomen om thema’s, zoals agressie, uit te werken. Ook vier Wageningse leden hebben daaraan meegeholpen.’ In het document, dat online te lezen is op de website van de LKvV, staat dat elke vereniging een meldpunt en een vertrouwenspersoon moet hebben voor seksueel grensoverschrijdend gedrag en agressie. Ook moet drugsgebruik actief worden ontmoedigd. Er is zelfs een zerotolerancebeleid voor harddrugsgebruik.
Samen optrekken
De Wageningse gezelligheidsverenigingen die bij de WKvV zijn aangesloten, hadden al eigen gedragscodes, vertelt Konings. ‘Schandalen zoals in Amsterdam, Utrecht of Groningen kennen we hier niet. In Wageningen wordt goed samengewerkt met de gemeente en de universiteit op onderwerpen zoals welzijn; bijna elke vereniging in Wageningen heeft een duurzaamheidscommissie; op elke vereniging kun je alcoholvrij bier krijgen en ga zo maar door. Aan die cultuurverandering, die nu volop gaande is, moeten we samen bijdragen. Daarom is het een belangrijk signaal dat we deze afspraken met verenigingen uit heel Nederland maken. We hebben het samen afgesproken, nu moeten we het ook samen waarmaken.’
Eerstejaars hoeven niet bang te zijn voor een ontgroening als ze ergens lid willen worden
Eén opvallende afspraak is dat verenigingen geen geheimhoudingsplicht meer mogen opleggen aan leden over de verenigingsintroductietijd. Historisch gezien was het voor leden van veel verenigingen strikt verboden om te praten over wat ze tijdens die introductie of ontgroening mee hadden gemaakt. Konings: ‘We zijn onderweg naar een tijd waarin de verenigingscultuur opener is. Eerstejaars hoeven niet bang te zijn voor een ontgroening als ze ergens lid willen worden. In Wageningen hoeft niet ineens alles op de schop nu deze gedragscode is ondertekend, omdat we hier al een soort voorloper zijn in die open cultuur.’
Handhaving
Verenigingen zoals het Groningse Vindicat, het Utrechtsch Studenten Corps en het Amsterdamsch Studenten Corps hebben de gedragscode ook ondertekend. Deze verenigingen kwamen de afgelopen jaren in het nieuws wegens grensoverschrijdend en agressief gedrag, bangalijsten en geweld. Dat roept een vraag op: hoe wordt de code gehandhaafd? ‘Wat daar heeft plaatsgevonden, hoort niet thuis bij een vereniging’, stelt Konings. ‘Daar staan sancties op. Welke sanctie er staat voor een vergrijp, bepaalt de vereniging zelf. Dit is een gedragscode, geen wetboek.’
Welke sanctie er staat voor een vergrijp, bepaalt de vereniging zelf. Dit is een gedragscode, geen wetboek
Toch denkt Konings niet dat de gedragscode daardoor een tandeloze tijger is. ‘Het is een gezamenlijk document met gezamenlijke doelen en afspraken. De verenigingswereld heeft de doelen zelf gesteld. Mocht er toch iets fout gaan bij de vereniging waarvan je lid bent, kun je die vereniging erop aanspreken dat ze deze gedragscode hebben ondertekend. Ook andere verenigingen en de LKvV kunnen dan zeggen: jullie hebben dit ondertekend, nu moet je het ook naleven.’