De Niels Smith-sportbeurs is dit jaar uitgereikt aan Iepe Bouw (29 jaar, masterstudent Metropolitan Analysis, Design and Engineering, lacrosse) en Kelly van Buiten (22 jaar, bachelorstudent Gezondheid en Maatschappij, badminton).
Talentvolle topsporters die studeren bij WUR kunnen aanspraak maken op steun via het University Fund Wageningen (UFW). Sporters kunnen zelf een aanvraag doen waaruit jaarlijks maximaal twee studenten worden gekozen. Een beurs wordt bekostigd uit het Fonds Niels Smith en de ander uit Vriendendonaties aan het UFW. Dit jaar waren er zeven aanvragen. De winnaars werden geselecteerd door twee juryleden die de beurs zelf ooit wonnen: Carrie Wegh (handboogschieten, 2012) en Krijn Schutters (judo, 2014).
De winnaars van dit jaar kort aan het woord:
Kelly van Buiten
‘Naast mijn studie train ik tussen de 28 en 32 uur per week. Maandag tot en met vrijdag train ik twee à drie keer per dag, en dan op zaterdag nog een keer. Op zaterdagmiddag en zondag ben ik vrij’, vertelt Van Buiten over haar trainingsschema. Dat alles combineert ze met haar studie Gezondheid en Maatschappij, waarvan ze per periode één vak volgt. ‘Volgend jaar wil ik starten met een tweede bachelor, biotechnologie. Ik vind leren leuk en dat komt ook goed van pas bij mijn sport, want badminton is grotendeels een denksport.’
Van Buiten speelt bij de Nederlandse jong-oranjeselectie van badminton. ‘Badminton is een middelmatig grote sport. We hebben best veel clubs, maar de top is klein. Zeker in vergelijking met de rest van de wereld. Er zijn in totaal 24 plekken bij de Nederlandse selectie: 12 voor senioren en 12 voor jongvolwassenen. Ik hoop dat ik na de Olympische Spelen in Parijs – die voor mij helaas nog te snel komen – mag doorstromen naar de seniorenselectie.’
Iepe Bouw
Bouw is face-offspecialist bij lacrosse: het is zijn taak om bij aanvang van het spel de bal als eerste te pakken te krijgen. ‘Daarvoor heb je een heel goed reactievermogen nodig. Ik heb een app op mijn telefoon die met verschillende intervallen het startsein – down, set – en vervolgens een fluitsignaal afspeelt. Dat is een van de dingen die ik train voor mijn sport, maar ik doe ook techniektrainingen met mijn stick en fitness. Omdat onze sport vrij klein is, kan ik een deel van mijn trainingen zelf inrichten en daarom is het nog net te combineren met mijn studie.’
‘Dit jaar heb ik meegedaan aan het grootste lacrossetoernooi van Europa. Er waren ook teams ingevlogen uit Amerika, Canada, Taiwan en Hongkong. In september mag ik naar het WK lacrosse. Dat soort uitstapjes kosten natuurlijk geld. En tijdens een face-offduel – waarin ik tegen de face-off speler van de tegenstander strijd om balbezit – wil mijn stick nog wel eens breken. Dat deel is te vervangen, maar kost zeker negentig euro. Het geld uit dit fonds kan ik daarom heel goed gebruiken.’
Lacrosse is voor het eerst een olympische sport op de spelen van 2028 in Los Angeles, maar daar wil Bouw nog niet te veel aan denken. ‘We moeten eerst nog als land bewijzen dat we daar thuishoren en dan moeten genoeg teamgenoten een olympische droom hebben… Maar ik zou het wel heel gaaf vinden!’