Tussen de 10 en 15 procent van de universitaire studenten zou beter tot hun recht komen in andere onderwijsvormen zoals het hbo, zegt minister Dijkgraaf. Hoe vergaat het deze studenten in Wageningen? En hoe kunnen ze sneller op de juiste plek terechtkomen?
Als studieadviseur ziet Lieke de Kwant (Internationale Ontwikkelingsstudies) veel verschillende studenten. De groep waar de minister het over heeft – die qua onderwijsvorm niet op de juiste plek zit – bestaat ‘grof gezegd’ uit twee groepen, zegt ze.
Ik ken verhalen van WUR-studenten die naar het hbo zijn overgestapt en daar helemaal zijn opgebloeid door de meer praktische leerstijl
‘De eerste groep gaat het studeren prima af maar beseft gaandeweg dat ze toch liever ‘een praktisch vak’ willen leren. Vaak switchen zij op gegeven moment naar een hbo-opleiding.’
Dan zijn er de worstelaars. Over die groep maakt ze zich meer zorgen. ‘Als studieadviseur zie ik soms studenten die nét hun bindend studieadvies – het bsa – halen, maar vervolgens misschien dertig van de zestig studiepunten per jaar halen. Dan ploeter je nog met tweedejaarsvakken terwijl studenten die in hetzelfde jaar zijn begonnen soms al klaar zijn met hun master en aan het werk zijn. Dat doet iets met je mentale gezondheid.’
Uitputtingsslag
Deze studenten leggen zichzelf vaak een torenhoge druk op, ziet De Kwant. ‘Worstelende studenten vinden dat ze het niveau aan moeten kunnen. Alsof je mislukt bent als mens als je geen academische studie haalt.’ Hoe verder deze studenten komen in hun studie, hoe harder de stem wordt dat ze het dan ook moeten afmaken. ‘Ook als ze na drie jaar nog maar de helft van de studiepunten hebben gehaald. Zo’n worsteling kan je volledig uitputten.’
De Kwant wil deze studenten op het hart drukken dat er meerdere wegen zijn naar Rome. ‘Ik ken verhalen van WUR-studenten die naar het hbo zijn overgestapt en daar helemaal zijn opgebloeid door de meer praktische leerstijl. Als je nu worstelt: praat erover met vrienden, medestudenten of je studieadviseur. En nog een tip: schrijf je in voor Personal Motivation Assessment- een klein vakje waarbij je systematisch leert kijken naar hoe je leert en wat jouw centrale drijfveer is. Het kan helpen om uit te vinden wat wél past bij jou.’
Andere studieadviseurs herkennen het beeld dat De Kwant schetst. Petra den Besten was de afgelopen jaren ‘vliegende keep studieadviseur’ bij verschillende opleidingen (momenteel zit ze bij Marine Sciences). ‘Het lijkt alsof studiekiezers in onze maatschappij voor het hoogst haalbare gaan: na het vwo ga je automatisch naar de uni.’ Daardoor overwegen veel vwo-scholieren het hbo niet eens, denkt Den Besten. ‘In plaats van dat ze denken: ik wil iets met biodiversiteit of natuur en dit is het hoogst haalbare niveau, zouden ze moeten denken: ik wil iets met biodiversiteit en het liefst praktisch buiten aan de slag—welke studie en opleidingsvorm past daarbij?’
Studiekeuze
Daniëlle Vogels is vanuit WUR studiekeuzevoorlichter voor mentoren en decanen van middelbare scholen en ouders van studiekiezers. Ze ziet dat demissionair minister Dijkgraaf zijn best doet om studiekiezers beter te faciliteren. ‘Eindexamenleerlingen krijgen een brief thuisgestuurd. Daarin staat nu ook dat het vooral belangrijk is dat je als studiekiezer kijkt naar waar je plezier en voldoening uithaalt, omdat dit de kans vergroot dat je de opleiding succesvol afrondt.’
We kregen college over een communicatiemodel en dacht ik alleen maar: wat heb je hier nou aan?
Ook docenten en ouders kunnen bijdragen aan een betere keuze, zegt Vogels. ‘Afgelopen januari hielden we vanuit de Pre-University samen met onder meer Van Hall Larenstein en Aeres een studiedag voor decanen van middelbare scholen. We bespraken dat je als vwo-decaan kunt zorgen dat studiekiezers ook hbo-studies overwegen. Dan hoor ik verhalen dat sommige decanen dat wel proberen, maar dat de mentor van zo’n leerling dan zegt dat je wel gek bent als je naar het hbo gaat. Dat maakt natuurlijk indruk op zo’n leerling.’
Ook ouders van studiekiezers dragen bij aan die druk. ‘Zij willen het beste voor hun kind en denken vaak dat dat de universiteit is’, zegt Vogels. ‘Wat ze misschien niet weten, is dat er ontzettend veel uitval is. Landelijk stopt gemiddeld 30 procent van de studenten in het hoger onderwijs in het eerste jaar met hun opleiding. Van hen geeft 38 procent aan te stoppen omdat ‘de manier van onderwijs’ niet bij ze past.’ In Wageningen is die uitval overigens een stuk lager dan landelijk: hier stopt 13 procent van de eerstejaars bachelorstudenten, al zijn er wel grote verschillen tussen de verschillende opleidingen.
Wisselstroom
Om te zorgen dat vwo-leerlingen ook hbo-opleidingen overwegen, helpt de overheid met de financiering van ‘wisselstroomprojecten’, zegt Vogels. ‘Een van de doelen daarvan is om uitval op universiteiten te verlagen.’ In dat kader werkt WUR samen met Van Hall Larenstein, Aeres en de Christelijke Hogeschool Ede, vertelt Vogels. ‘Bijvoorbeeld aan een set kaarten om leerlingen aan het denken te zetten over welke manier van studeren goed bij ze past. Zijn ze theoretisch of meer praktisch ingesteld?’
Daarmee is de druk om naar de universiteit te gaan niet ineens verdwenen, zegt Vogels. ‘Maar vwo-leerlingen geven wel vaker aan het hbo te overwegen, ondanks dat sommigen nog steeds van hun omgeving horen dat dat ‘dom’ zou zijn. Gelukkig zeggen steeds meer mensen: kijk wat bij jou past.’
‘Op het conservatorium zit ik helemaal op mijn plek’
Marion van Leusen (22) studeerde Internationale Ontwikkelingsstudies in Wageningen. In 2023 haalde ze haar bachelordiploma en begon ze aan een opleiding tot muziekdocent in Zwolle.
‘Het vwo ging me goed af, dus ik ging naar de universiteit. Wageningen trok mij omdat je hier wetenschap inzet voor een betere wereld. Mijn studie vond ik daar—op papier— heel goed bij passen. Je werkt bijvoorbeeld aan een casus over hoe vissers in Mali een betere visvangst kunnen krijgen. Het leek me leuk om daar lekker praktisch mee aan de slag te gaan, maar het was voor mij te veel theorie leren en papers lezen in plaats van met ngo’s om tafel zitten om concrete problemen direct op te lossen.
Omdat ik met mijn studie begon in coronatijd met veel thuisonderwijs, vond ik het niet zo gek dat ik de studie niet gelijk geweldig vond. Pas toen we weer meer naar de campus mochten, realiseerde ik me: dit is toch niet wat ik zoek. Ik wist alleen nog niet wat ik dan wél wilde doen.
Ik ging me opnieuw oriënteren en toen kwam het conservatorium in beeld. In maart van mijn derde jaar in Wageningen kon ik auditie doen en in april zou ik horen of ik er terecht kon. Ondertussen werkte ik hard om mijn WUR-bachelor af te maken. Dat is gelukt, gelukkig.
Op het conservatorium zit ik helemaal op mijn plek. Ik leer composities schrijven en ontwikkel me als muzikant. Je wordt ook al vroeg in de opleiding als stagiair voor de klas gegooid en dan moet je het maar uitzoeken. Dat past goed bij mij, want ik wil elke dag meer leren over mezelf, m’n grenzen verleggen en iets kunnen doen voor anderen.’
_______________________________________________________
‘Het hbo was qua onderwijs wel even wennen’
Maud Ottenheim (23) studeerde in 2019-2020 Communicatie & Life Sciences in Wageningen. Nu doet ze hbo Social Work aan de Christelijke Hogeschool Ede; vanaf september begint ze aan een premaster Forensische Orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam.
‘Omdat al mijn vrienden naar de universiteit gingen, was het vanzelfsprekend dat ik dat ook ging doen: waarom heb je anders zes jaar vwo gedaan? Het hbo heb ik toen niet overwogen.
Tijdens mijn eerste jaar merkte ik dat Communicatie & Life Sciences het toch niet voor me was. We kregen college over een communicatiemodel en dacht ik alleen maar: wat heb je hier nou aan? Ik wilde werken met mensen en ben overgestapt naar hbo Social Work in Ede. Dat was qua onderwijsvorm wel even wennen: het hbo is veel schoolser. De uni vond ik wat onderwijs betreft eigenlijk prettiger, maar ik koos voor het hbo vanwege de praktische ervaring die je opdoet, bijvoorbeeld tijdens twee verplichte stages.
Momenteel loop ik stage bij de jeugdreclassering. Ik ben veel bezig met crimineel gedrag onder jongeren en hoe je dat het beste kunt behandelen. Ik doe nu praktijkervaring op, maar ik vind de verdieping ook belangrijk, dus die zoek ik straks weer op de universiteit: in september begin ik aan mijn premaster Forensische Orthopedagogiek aan de UvA. Voor mij is die combinatie van praktijk en verdieping heel waardevol.’
_______________________________________________________
‘Ik ben aanzienlijk gelukkiger waar ik nu ben’
Lotte Aalbers (21) studeerde Gezondheid en Maatschappij in Wageningen. In 2023 haalde ze haar bachelordiploma en begon ze aan een leer-werktraject Verpleegkunde in Utrecht.
‘Op de middelbare school deed ik twee jaar de havo-vwo-combinatie en kreeg toen van docenten het advies om ‘lekker havo’ te gaan doen. Dat motiveerde mij juist extra om naar het vwo te gaan en te laten zien dat ik dat kon. Toen ik mijn vwo-diploma had gehaald was het voor mij logisch om naar de universiteit te gaan.
Ik ging in Wageningen studeren en genoot van de vrijheid die je hebt als student, maar m’n hart ging niet sneller kloppen van de studie. Ik dacht: is dit het nou? En dan na mijn studie beleidsstukken schrijven, adviseur worden of het onderzoek in? Allemaal nuttige dingen, maar niet per se iets voor mij. Toen ik net in Wageningen was, heb ik een EHBO-diploma gehaald en ging ik werken in een vaccinatiestraat. Daar sprak ik met verpleegkundigen en artsen. Ik dacht: wauw, als je in de gezondheidszorg werkt, heb je een directe impact op het leven van de mensen die je helpt.
Ik heb mijn bachelor afgemaakt en ben daarna begonnen aan een leer-werktraject Verpleegkunde, waarbij ik drie dagen per week in het UMC Utrecht werk en één dag onderwijs volg aan de hogeschool. Zo doe ik een studie waar vier jaar voltijd voor staat in drie jaar tijd. De werkdruk is hoog, maar ik vind het een mooie uitdaging. Voordat ik deze stap maakte, heb ik lang getwijfeld. Mensen vinden het vreemd dat ik na een wo-bachelor nog een hbo-bachelor doe, omdat het ‘onder mijn niveau’ zou zijn. Eigenlijk is dat gek, want ik ben aanzienlijk gelukkiger waar ik nu ben. Dit is wat ik echt wil doen.’