Onderzoeker zoekt proefpersoon

De zoektocht naar vrijwilligers voor de wetenschap.
Deelnemer aan het voedingsonderzoek EXPLAIN pakt het speciaal voor haar klaargelegde eten voor de komende dagen. Foto Guy Ackermans

Eind april startte een langlopend voedingsonderzoek waaraan 114 proefpersonen meedoen. Tegelijkertijd lopen er nog minstens vijftien andere WUR-onderzoeken die proefpersonen nodig hebben. Waar komen de mensen vandaan die zich voor een bescheiden vrijwilligersvergoeding inspannen voor de wetenschap?

Promovendus Roos van ’t Spijker (Human Nutrition & Health – HNH) coördineert het EXPLAIN-onderzoek waarin ruim honderd proefpersonen – in de leeftijd 45 tot en met 75 jaar en met een BMI tussen 23 en 40 – twee keer acht weken lang enkel voedsel eten dat door de onderzoekers wordt verstrekt. Ze hoopt met de uitkomsten de gezondheidseffecten van plantaardige vleesvervangers te vergelijken met die van vlees. ‘Het aantal deelnemers dat we zoeken is hoog en we vragen veel van ze’, zegt Van ’t Spijker.* ‘Bovendien zoeken we naar een specifieke groep mensen die voldoet aan alle criteria. Ik denk dat we vier keer zoveel mensen hebben gezien op voorlichtingsbijeenkomsten en screeningsessies dan er uiteindelijk meedoen. Een groot deel haakt af of blijkt toch ongeschikt.’

4000 mensen

Een van de wervingsmethoden die Wageningse promovendi tot hun beschikking hebben, is de proefpersonendatabank. Deze in 2018 gedigitaliseerde databank heeft als doel om de proefpersonenwerving binnen WUR te bundelen.
‘Jaarlijks hebben we bij WUR ongeveer 650 tot 800 proefpersonen nodig’, vertelt Maartje van den Belt van Wageningen Food en Biobased Research (WFBR). Samen met collega Anne van de Wiel (HNH) beheert zij de proefpersonendatabank. Van de Wiel: ‘Omdat we jaar na jaar zoveel proefpersonen nodig hebben, is het handig dat we veel mensen tegelijk kunnen aanschrijven.

Er komen vier keer zoveel mensen bij voorlichtingen en screeningsessies dan er uiteindelijk meedoen

De afdelingen Humane Voeding en Gezondheid en Food Health and Consumer Research maken veel gebruik van de databank, maar incidenteel ook andere vakgroepen.’
De databank bevat nu gegevens van bijna 4.000 mensen. ‘Dat klinkt als heel veel, maar dat zijn volwassenen in de leeftijd 18 tot 100 jaar, wonend tussen grofweg Den Bosch en Zwolle’, aldus Van de Wiel. ‘Een deel van de gegevens is achterhaald. Denk aan mensen die zijn verhuisd en dat niet aan ons doorgeven, of studenten van wie het emailadres is verlopen omdat ze zijn afgestudeerd. Daarnaast kan niet iedereen aan elk onderzoek meedoen, want elk onderzoek heeft specifieke criteria.’

Stress

Vooral deelnemers in de leeftijdscategorie van 40 tot 60 jaar zijn lastig bereid te vinden voor onderzoek, zeggen Van den Belt en Van de Wiel. Dat merkte ook Van ’t Spijker: ‘We gebruikten voor de werving naast de interne proefpersonendatabank ook een extern platform voor proefpersonenwerving, advertenties in lokale kranten en digitale kanalen waarvan we verwachtten dat onze doelgroep ze gebruikt.’ Na drie maanden intensief werven, voorlichten en screenen had Van ‘t Spijker ongeveer vijftig geschikte deelnemers, van wie er 31 onlangs met het onderzoek zijn gestart.

Jaarlijks hebben we bij  WUR ongeveer 650 tot 800 proefpersonen nodig

‘De overige vrijwilligers zitten op de reservebank om mee te doen in de tweede groep van mijn onderzoek, maar we moeten – tegelijkertijd met het uitvoeren van het onderzoek van de eerste groep – nog zeker zestig deelnemers vinden voor de groep die in september zal starten’, zegt Van ’t Spijker. ‘Tegen de tijd dat de tweede groep het hele onderzoek heeft doorlopen is het maart 2025 en is de eerste tweeënhalf jaar van mijn vier jaar durende promotietraject voorbij. Dan moet ik nog mijn onderzoeksresultaten analyseren, opschrijven en publiceren.’
Van ’t Spijker heeft geen slapeloze nachten van deze planning. ‘Ik richt me nu op het praktische werk. Het lijkt me heel leuk om straks de data te analyseren die ik zelf heb geregeld. Bovendien zijn grote interventieonderzoeken als deze gebruikelijk in de onderzoeksgroep waarin ik werk. Ik ken meerdere promovendi die een vergelijkbare tijdlijn hadden en die hun project op tijd afrondden.’
Voor de volgende groep hoopt Van ’t Spijker nogmaals te kunnen putten uit de databank. ‘Die deelnemers zijn bekend met voedingsonderzoek en weten waarvoor ze zich aanmelden. Ik denk dat WUR mede door de databank zo goed is in het doen van voedingsonderzoek. Dat succes is ook meteen een nadeel, want mensen hebben veel onderzoeken om uit te kiezen.’

Vaker meedoen

Dat er veel voedingsonderzoek is om uit te kiezen, weet ook ervaringsdeskundige Yvette Telleman. Ze werkt nu bijna tien jaar bij WUR (WFBR) en het aantal onderzoeken waaraan ze deelnam, is niet meer op twee handen te tellen. ‘Ik deed vaak mee aan korte smaakonderzoeken van een uurtje, maar ik heb ook meegedaan aan langlopende onderzoeken van een halfjaar of langer. Ik ben zelf ook onderzoeker, dus ik weet hoe waardevol proefpersonen zijn.’

Als het voelt als een belemmering voor mijn privéleven, sla ik de uitnodiging af’, vertelt Telleman. ‘Bloedprikken vind ik nog wel oké, maar ik laat verder geen wonden maken in een gezond lichaam. Ik doe ook geen MRI-scans, die zijn erg tijdrovend en vaak onder werktijd.’
Soms komt ze tijdens zo’n onderzoek mensen tegen die ze bij eerdere onderzoeken heeft gezien en die ook vaker terugkomen. Dat herkennen Van den Belt en Van de Wiel. ‘In bijna elk onderzoek zien we een of meerdere proefpersonen terug die al eens eerder hebben meegedaan.’
Ondanks het enthousiasme van deelnemers als Telleman, komt het voor dat onderzoekers niet op tijd voldoende proefpersonen kunnen werven. ‘De onderzoeker moet dan bij de medisch-ethische toetsingscommissie doorgeven dat hij de aantallen niet haalt’, licht Van de Wiel toe. ‘Op dat moment zijn er twee noodmaatregelen te nemen: criteria of deelnemersaantallen aanpassen.’ Dat gebeurt in ongeveer 20 procent van de gevallen.
In het allerslechtste scenario moet een onderzoeker besluiten dat het onderzoek niet door kan gaan. Van de Wiel: ‘Het moet namelijk nog wel ethisch te verantwoorden zijn jegens de mensen die wel meedoen. Een onderzoek waarvan je vooraf weet dat de bewijskracht onvoldoende is, is nutteloos, maar voor jonge onderzoekers is dat rampzalig.’

*De vergoeding voor deelnemers aan dit onderzoek bedraagt duizend euro plus reiskostenvergoeding tot maximaal 7,50 euro per bezoek. Aanmelden kan hier.

Lees ook:



Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.